Skip to main content

Op 12 februari jl. sprak Ds. A. van der Zwan over het thema ‘Onderscheiden luisteren.’ Hierbij een samenvatting van deze avond.

Mensen hebben niet zoveel belang bij wat waar is, maar meer van wat is je mening. Leven bij je mening komt ook heel sterk de kerk binnen. Ambt, relaties, levensstijl, preken etc. Over preken zijn vaak ook verschillende meningen. Bijvoorbeeld:

 

  • een preek, daar moet je wat mee kunnen.
  • Praktische handvatten.
  • Behoeften vervullen.
  • Preken is hoe God een mens bekeerd.
  • Wat een kind van God is.

De preek moet zijn naar de mening van de Heilige Geest. Als je wilt weten hoe de Heilige Geest spreekt, dan moet je in Handelingen 2 zijn. Wat is volgens de Heilige Geest onderscheiden luisteren?

 

1. Een echte geestelijke preek, dat is een theologische preek.

Het moet een preek zijn die over God gaat. Er worden 15 landen genoemd in Handelingen 2. Deze mensen horen allemaal in hun eigen over de grote werken van God spreken. Het gaat niet allereerst over de mensen, maar het moet allereerst over God gaan. Over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In de punten van de preek moet ook God en Jezus centraal staan.

2. Een echte geestelijke preek is Christocentrisch.

Daarin moet Jezus Christus centraal staan (1 Kor. 2:2). Hij moet aangewezen en aangeprezen worden. Hoe verder Petrus in zijn preek komt op de pinksterdag, hoe meer het over de Heere Jezus gaat. De Geest zal Christus verheerlijken. Verlang je ernaar dat dat gebeurt in de preek? In de prediking willen we Jezus zien. Ook de Christus is zichtbaar in het Oude Testament, denk maar de geschiedenis van de Moorman. Hij is de volkomen Verlosser.

3. Een echte geestelijke preek is ook een Schriftuurlijke preek.

Veel eigen gedachten, hoop eigen verhalen of eigen meningen. Ik denk of ik vind hoort niet in een preek. Het Woord moet opengaan. De Bijbelteksten moeten vergeleken worden met andere Bijbelteksten. Ga het antwoord op vragen eerst in de Bijbel zelf zoeken. Laat het Oude Testament niet dicht! Op de geboortedag van de kerk (Pinksteren) preekt er iemand over het Oude Testament. Het zijn de Schriften, die van Mij getuigen.

4. In een echte geestelijke preek gaat het over het verbond.

Nu kan heel de wereld horen dat God niet veranderd is. De eerste preek is gericht tot de verbondskinderen. Alle joden zijn 3 keer per jaar in Jeruzalem. U komt de belofte toe (vers 39). Er zijn alleen maar mensen van het verbond aanwezig. Het gaat om de beloften die aan Israël zijn gegeven. Dan is het een voorrecht om bij Israël ingelijfd te zijn. Het verbond is geen etiket en dat je daar niets mee doet. Pleit je weleens op je doop! Herinner je God weleens aan je doop!

5. Een echte geestelijke preek is een appellerende preek.

Je sust mensen in slaap als het over het verbond gaat. Hij doet met het verbond een appél op hun hart. Luisteren, gebruik je oren om te horen. Er wordt een beroep op je hart gedaan. Het appél is ook uitnodigend. Bekeert u! Wordt behouden! De vorm is passief. Heb je dat mogen leren? Geloven en bekeren is niet mijn eigen werk. Alles aan de Heere overlaten. Laat u met God verzoenen! Dan moet Christus het helemaal alleen doen.

6. Een echte geestelijke preek is een bevindelijke preek.

Hoe krijg ik deel aan de vruchten van Golgotha? Hoe krijg je er nu zelf deel aan? De preek werkt bevinding uit. Er moet bevinding ontstaan in je hart. Daar voel je het in je hart. Is de preek al zo bevindelijk geweest? Ben je al ontdekt? Dat je tot de conclusie kwam; het gaat over mij? Het gaat over zalig worden!

7. Geestelijke prediking is ook doorleefde prediking.

Niet de stijl, maar het Woord. Niet het charisma of de uitstraling. Ze moeten wel weten, waar ze het over hebben. Vanuit zijn mond kwam de verkondiging van de grote werken Gods. Gedaan als een ambassadeur van Jezus Christus. Hoe luister je zelf naar de prediking? Ken ik er zelf nu wat van?

8. Een echte geestelijke preek is zo ruim!

Heb je weleens goed geluisterd naar de profetie van Joël? Neerdalen op zonen en dochteren. Heel de wereld valt eronder! Een iegelijk die de Naam van de Heere aanroept, zal zalig worden. De Geest is machtig en bereid om je hart te veranderen.

Enkele vragen:

Wat maakt mij een goede toehoorder?

 

  • Luisteren.
  • Het Woord moet gebruikt worden
  • Biddend meeworstelen onder de preek
  • De preek nog een keer lezen of luisteren
  • Discipline; het is actief of passief

Hoe kunnen we zorgen dat we niet te kritisch zijn, maar ontvankelijk zijn?

 

  • Gevouwen handen, kunnen geen kwaad doen.
  • Niet negatief, afbrekend.
  • Geen nadruk op gaven, charisma, uitstraling, de Heere werkt door de middelen.
  • In één preek kan niet alles worden gezegd.

In Hebreeën 8 gaat het over een beter verbond. Wat betekent dat?

 

  • Bij het nieuwe verbond, het oude niet aan de kant schuiven. Het is gerenoveerd. Het gaat over de belofte.

Moeten de aspecten van de preek ook tijdens evangelisatie aan bod komen?

 

  • Hij kan een beroep doen op het verbond, de Bijbelkennis (Handelingen 2).
  • Handelingen 10 -> Dat is voor een heiden. Daar kan geen beroep gedaan worden op de besnijdenis. God moet centraal staan. Christus en Schriftuurlijk. Paulus maakt in Athene gebruik van de achtergrond van de mensen (Handelingen 17). Spreken in herkenbare beelden.

Actief en passief. Dan kom je in een spagaat. Wat is het advies?

 

  • Je wilt van alles, maar je moet niets.
  • Het heeft te maken met de bekende stem. Hoor je stem van Christus?
  • Je gaat niets doen, maar je hoeft ook niets te doen. Je moet wel stoppen met wat je tot dusver moet doen. Het Evangelie roept om los te laten. Een iegelijk die aanroept, zal zalig worden.

Kan het als je een goede preek hoort volgens de 8 punten, dat het dan
toch langs je heen gaat? En als dat kan, waarom kan dat?

Ik denk dat het goed is dat je in zo’n geval eerst bij jezelf te rade
gaat. Was ik biddend naar de kerk gegaan, in het besef dat het de HEERE
Zelf is Die Zijn Woord kracht moet verlenen? Of heb ik me niet of
nauwelijks voorbereid op het horen van het Woord, of ben ik meer met de
dominee die preekt bezig geweest dan met de vraag wat de HEERE mij te
zeggen heeft? Er zijn allerlei redenen te bedenken waarom je het aan
jezelf te wijten kunt hebben dat de preek, hoe Bijbels en betrokken ook
gebracht, toch langs je heen gaat. Vervolgens is het ook zo dat de Geest
blaast waarheen Hij wil, dat wil zeggen dat Hij vrij is in het uitdelen
van zegen onder de verkondiging. Dat moet je niet lijdelijk of
fatalistisch maken, maar in het bidden om zegen wel een diep besef geven
dat God aan niemand verplicht is om (op onze tijd en op de manier die
wij de beste vinden) Zijn zegen te schenken. Intussen heeft iemand eens
over het ontvangen van de werking van de Heilige Geest gezegd: ‘De Geest
blaast als de wind, en die kun je als mens niet beïnvloeden. Je kunt
echter wel (door het biddend verwachten van de Geest) de zeilen van je
levensschip hijsen!’

Begint de weg van bekering en behoud bij bevinding? Je moet het eerst
voelen van binnen, voordat er wat veranderd?

Ik geloof niet dat dit de weg is die de Bijbel ons wijst. Denk aan de
geschiedenis van Petrus, die in Mattheüs 14 aan Jezus vraagt om net als
Hij op de golven te mogen lopen (Mat. 14:28). Vóór hij overboord stapt
en daadwerkelijk op het water loopt, heeft hij geen enkel bewijs dat het
ook zal ‘lukken’ en hij heeft tot dusver ook geen enkele ervaring met
lopen op het water. Zijn enige houvast is het woord van Christus, Die
hem toestemming geeft: ‘Kom!’ Naderhand blijkt het nog een hele
worsteling te zijn om bij het lopen op het water op Hem te blijven zien.
Maar nogmaals: de ‘bevinding’ van het lopen op het water krijgt Petrus
pas nadat hij op Jezus’ Woord overboord gestapt is. Zo is het vandaag
met het gehoorzamen van het Woord nog steeds!

U noemt dat er in de tekst staat word behouden, maar er staat ook
bekeert u! Dus voor het passieve gedeelte staat wel een opdracht. Wil
dat zeggen dat de opdracht dan belangrijker is dan het passieve
gedeelte? Kunt u hier nog iets over zeggen?

Die volgorde (dus eerst het wijzen op onze verantwoordelijkheid en pas
daarna het onthullen van het geheim van de bekering, namelijk dat God
Die werkt) komt in de Bijbel vaker voor. Ik denk aan Johannes 1 vers 12
en 13. Daar gaat het over degenen die Jezus met een waar geloof
aannemen. De belofte die bij het aannemen gegeven wordt is, dat zulken
(allemaal) Gods kinderen genoemd zullen worden. Pas nadat in vers 12 het
appel geklonken heeft om zo Jezus door het geloof aan te nemen,
‘verklapt’ Johannes in vers 13 het geheim van dit aannemen. Dat blijkt
niet te verklaren te zijn door iets wat uit de mens zelf opkomt, maar
doordat gelovigen ‘uit God geboren zijn’. Geloof is dus vrucht van
wedergeboorte. Ik vind het echter wel wijs van de evangelist (en door
hem heen van de Heilige Geest Zelf) om niet te beginnen met het
‘verklappen’ van het geheim, maar om de aansporing tot geloof voorop te
laten gaan. Dit bewaart ons, als het goed is, voor lijdelijk afwachten.
We moeten en mogen het aanbod van Gods genade in de prediking net zo
serieus nemen als God het meent!

Soms is het gevoel dat je een kind van God bent en dat het ook voor
jou is zo sterk, maar soms ook zo zwak. Hoe weet je dit zeker net als
Petrus dit wist?

Dat het geloof (zo zeg ik het liever dan dat ik het woord ‘gevoel’
gebruik) op en neer gaat, is de ervaring van al Gods kinderen. Je hoort
er iets van terug in het beroemde antwoord over de rechtvaardigmaking
uit Zondag 23 H.C., dat eindigt met de zin: ‘in zoverre ik zulk een
weldaad met een waar geloof aanneem’. De woorden ‘in zoverre’ geven aan
dat het geen dood bezit is, maar dat het erop aankomt om telkens weer
van jezelf af te zien en op Christus te zien, Die immers de enige Hoop
van een arme zondaar is. Hierbij zou ik opnieuw de geschiedenis van
Petrus uit Mat. 14 kunnen aanhalen. Zo lang hij het oog op de Heere
Jezus gevestigd hield, bleef hij staande op de golven en ervoer hij de
kracht van het geloof. Zodra hij echter de blik van Jezus laat afdwalen
naar de wind en de golven, zakt hij weg! Een duidelijke aanwijzing hoe
het geloof werkt en wat het geloof te doen staat: afzien van jezelf maar
ook van allerlei omstandigheden die je kunnen aanvechten en gelovig zien
op Hem, Die de volkomen Zaligmaker van volkomen hulpeloze zondaren is.

Hoe kijkt u zelf naar de huidige mogelijkheden betreft het makkelijk
laagdrempelig overschakelen naar een andere kerk/dominee op zondag?
Welke gevaren kunt u hierin benoemen en is het een slechte zaak om eens
een andere dominee op te zetten?

Ik denk dat het op zich geen kwaad kan om het Woord op allerlei manieren
te proberen te horen; vroeger ging dat door het lezen van preken of
meditaties of het pakken van een goed boek (daarbij maakten we ook
gebruik van andere dominees dan onze eigen predikant), tegenwoordig kun
je er ook het internet voor gebruiken. Als het maar niet in de plaats
komt van de verkondiging in de eigen gemeente. Tenslotte is dat de plek
waar de HEERE ons door Zijn voorzienige leiding heeft geplaatst. Als het
luisteren van preken uit andere gemeenten de eigen prediking gaat
verdringen of zelfs vervangen, verdwijnt het besef dat de gemeente een
lichaam is, waar je jezelf niet zomaar van kunt losmaken, maar waar je
biddend je plaats dient in te nemen.